Tekst

Marin

Een kat in het nauw, laten zitten of niet

Een kat laten verhongeren of het risico lopen dat je je baan verliest? Het klinkt als een dinsdag-dilemma, zo eentje van de scheurkalender op je toilet. Beide opties zijn erg onaantrekkelijk. Helaas moeten wij als wijkteammedewerkers soms toch zo’n keuze maken.

Dilemma

Vorige week wordt mijn collega gebeld door Iris, de vriendin van onze cliënt Jeroen. Zij zegt dat het helemaal mis is gegaan met hem. Hij is al een tijdje psychotisch en nadat hij gisteren is beoordeeld door een psychiater, is besloten dat hij met medicatie thuis moet kunnen blijven omdat er geen bedden beschikbaar zijn. Helaas blijkt dit te optimistisch. Het escaleert nog diezelfde nacht en Jeroen wordt midden in de nacht opgehaald door de crisisdienst. ‘Het was een heftige nacht!’ verzucht Iris. Zij wil zo snel mogelijk terug naar haar eigen beschermde woonplek ergens aan de andere kant van het land. Nu is er één probleem, wat moet ze doen met zijn kat?

Grote liefde: kat Pip

Jeroen is een man die al jaren beschermd woont en hij heeft weinig mensen om zich heen staan. Hij woont nog maar net zelfstandig in zijn nieuwe flat dus kent zijn buren niet. Zijn relatie met Iris is wispelturig en zij heeft genoeg aan haar eigen problemen. Verder is hij gesteld op zijn privacy en is hij graag alleen. Na jarenlange hulpverlening is Jeroen daar ook moe van en wil hij zo min mogelijk bemoeienis. Hij heeft één grote liefde en dat is Pip, zijn kat. Zij stelt hem nooit teleur, gaat nooit bij hem weg en zal nooit zijn vertrouwen beschamen.

Nu moeten mijn collega en ik zorgdragen voor deze grote liefde. Wij voelen ons direct verantwoordelijk. Pip zit namelijk alleen in de flat, zonder eten en Jeroen heeft de sleutel terwijl hij ernstig in de war in de kliniek zit. Iris heeft ons op het hart gedrukt goed voor de kat te zorgen.
Zelf ben ik een kattenliefhebber dus maak ik me extra druk over zijn welzijn. 

Urgente taak erbij

Naast mijn volle caseload, gesprekken met cliënten en het maken van drie begeleidingsplannen, heb ik er nu een urgente taak bij: onderdak regelen voor Pip en wel zo snel mogelijk. We beginnen bij de burenhulpdienst, onze eerste netwerkpartner voor dit soort zaken. Zij gaan uitzoeken of er iemand beschikbaar is voor deze taak. Dat wordt lastig krijgen we meteen te horen omdat we niet weten hoe lang Jeroen weg zal zijn en we geen sleutel hebben. Het wordt waarschijnlijk niet vandaag of morgen. 

Tijd begint te dringen

Dit geeft weinig hoop en spreekt de redder in mij aan. Mijn gevoel zegt: als niemand dit gaat doen, zal ik het zelf moeten doen. Iris, de broer van Jeroen, de kliniek, het dierenvangnet, de curator, een ander dierenvangnet, stichting Loes voor dieren. We hebben ze allemaal gebeld. Iedereen heeft begrip voor de situatie. Sommigen geven aan niks te kunnen betekenen. Bij anderen spreek ik de voicemail in en door een enkeling word ik teruggebeld. Maar na twee dagen heeft nog niemand het verlossende antwoord gegeven: dat Pip de zorg gaat krijgen die hij nodig heeft. Mijn collega en ik zien het beeld van een uitgehongerde, vereenzaamde Pip steeds duidelijker voor ons.  

Het kan eigenlijk niet en het mag niet

Een huis binnengaan zonder dat de klant erbij is. In onze spaarzame tijd een sleutel halen bij een klant in een kliniek. Met twee hulpverleners tijd vrijmaken om een kat eten te geven. Het kan eigenlijk allemaal niet en het mag ook niet. Maar Pip schreeuwt inmiddels heel hard in ons hoofd dat hij doodgaat zonder onze hulp en Jeroen smeekt in onze gedachten om de liefde van zijn leven te redden. Wat moeten wij doen? Wat zou jij doen? De protocollen, rechten en risico’s zeggen iets anders dan ons mensenhart, ons hulpverlenershart. We voelen ons als een kat in het nauw en die maakt rare sprongen. 

Afweging is gemaakt

We nemen de beslissing. De beslissing om te doen wat naar onze mening moreel juist is. We halen de sleutel op bij Jeroen, laten hem een toestemmingsverklaring tekenen en gaan samen naar binnen om Pip eten te geven. 

De verklaring is niet rechtsgeldig en als Jeroen ons aan wil klagen omdat wij zijn huis in zijn gegaan terwijl hij er niet is, zullen wij deze zaak verliezen. Ook hebben we alle grenzen van onze taak als wijkteammedewerker overschreden en weten we dat we moeten bedenken hoe we dit soort zaken in het vervolg gaan voorkomen. 

Maar ondanks alles voel ik dat ik als mens de goede keuze heb gemaakt. Zou jij niet hetzelfde hebben gedaan als je in mijn schoenen had gestaan? Ik kan vannacht in ieder geval lekker slapen.